De schilder en zijn model
O, die eeuwige derde: de pop
kijkt er van op, de pop
wil er niets mee te maken hebben.
De schilder wordt een figuur.
Hij ziet zijn 15de eeuwse lichaam
dat de laat-middeleeuwse tuin
wil schetsen en niet het model:
het meisje met het mannenbeen
ziet niets: zij kijkt naar binnen
staat naakt in de koude kamer.
Anemonen op de schoorsteenmantel
zakken tot hun nek in de witte
cylinder naast de veel te grote
zilveren vaas met blauwe akelei.
Achter haar heup ligt het zelfde
zware licht als op zijn linkerarm.
De verhoudingen zijn zoekgeraakt.
Wat wil die kleine pop verzwijgen?
Hoog zijn de luiken, smal geopend.
Het gif van de bloemen loopt
over de blauwe vloer naar de kijker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten