De flesjes van moeder
Op een rij stonden ze
voor de spiegel, om
naar te kijken alleen.
Op een dag dronk
ik ze allemaal leeg
zoet en spannend .
De dokter in het ziekenhuis
zei dat ik geluk had
dat ze bijna leeg waren.
==
Zwemles
Vanmorgen in het zwembad allemaal garnalen
met hun kleine lijfjes, kopjes boven water
zwommen ze bijna rechtstandig, zoals zeepaardjes.
Ik zag ze onder water door mijn duikbril
mager, bijna doorzichtig, in scholen voor mij uit.
Later hadden ze kleren aan en ze zwommen
moeizaam op bevel van de badmeester
klommen op de kant, stroopten de vellen af
en sprongen achter elkaar weer het water in.
De man was wel vriendelijk, maar toch
galmde zijn zware stem over het water.
===
Opruimdienst
Ene hand in zijn zak
speelt de andere met een papiertje
lange stok met grijpertje.
Papiertje laat zich niet pakken.
Hij heeft alle tijd
in zijn oranje jas
om het verkeer te waarschuwen.
Papiertje heeft pret.
==
Kinderen in de winter
Alle vragen over taal staan te dringen in de sneeuw
als kinderen leren lezen, binnen in de warmte.
Trots roepen zij: 'Jong geleerd, oud gelezen!'
'Wat zeg je? Wil je in het bos boeken ontdekken?'
Luister naar de meesterverteller, zoek de schat
onder de sneeuw, op weg met de anderen.
Zet je handschrift in de sneeuw en schrijf
op de maat van de vallende vlokken.
Zo veel? Ja, zo veel. Zie hoe het sneeuwt
op de computer, tussen zon en maan
dwarrelen de woorden. Vang ze maar
en maak je eigen sneeuwman, -vrouw.
Alles valt op zijn plaats in het sneeuwen, lezen.
=
Tekenen
Ik was Onfim, zeven jaar.
Achthonderd jaar geleden
tekende ik op berkenschors
hoe ik te paard mijn speer wierp
naar een vijand, ik tekende
wat ik wilde worden en
waar ik bang voor was:
een vuurspuwende draak.
Ik tekende handen als harken
hoofden met grote ogen.
Ik wist niet dat mijn achter-
achter-, achter-, achter-
kleinkinderen het net zo zouden doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten