Herfst
De bladeren vielen al vroeg
dat jaar in het oosten.
Ik verlang terug naar zee
waar de golven hoger worden.
Winter
Ik hoorde het gakken van ganzen
liep langs de sloten door weilanden
en keek omhoog naar waar zij vlogen
langs de rode winterse lucht.
Lente
Ik drink het water uit de jonge rivier
juist onder de steen waar het ijs ging smelten.
Daarboven nog sneeuw
in de steeds warmer wordende zon.
Zomer
Bij de stroomversnelling
ving ik libellen die daar dansen
zonder ze pijn te doen.
Ik kuste hun vleugels
en liet ze gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten