maandag 4 juli 2011

De slootmeermin

DE SLOOTMEERMIN

Slootmeermin

We hebben een slootmeermin
maar ze heeft twee staarten
aan haar hoofd. Ze vouwt
haar benen met laarzen op
in de blauwe schelp
drijvend op het donkere water.

De jonge schoonheid beweegt
haar schelp voort
met twee stokken in haar handen.

Kleine slootvenus, gekleed
voor de winter, omdat in de zomer
de sloot droog staat. Daar gaat ze
onder de brug: even onzichtbaar.

Sprookje

Hadden de kinderen, hadden de kinderen gerimpelde velletjes?
Ja en ze kwamen net uit de sloot, laarzen vol water.
Ze hadden kikkers gekust, maar die sprongen van hun hand.
Het haar van de oudste leek op mergpijpjes zonder bakkersroom
maar dat gaf niet, ze stond in de sloot te vissen als een reiger
schuin voorover gebogen en plotseling haar felle hand
in het water, beet! Prooi naar de mond, niet om te happen.
Wel spitste ze haar lippen tot net op het natte snoetje.
Even wachten en daar ging hij met een bange sprong.

Nu is ze helemaal schoon en rimpelig warm.
Ze is de kikkers vergeten, verlangt naar het sprookjesboek.

==

Zon en maan

'Aan zee is de hemel rond
en sta ik in het middelpunt'
zegt het meisje verbaasd lachend
om het ongeloof in de klas.

'Ik zie de zon langs de koepel
dalen tot in het water
en dan zie ik de maan.

Hoe groot? Zo!' en zij geeft
de maat van een voetbal.

==

Zwaartekracht

Engelen duwen de planeten voort
terwijl ze slaan met hun vleugels
langs een vaste baan:
dachten onze voorouders.

En zij trekken onzichtbaar
de planten voorzichtig uit de grond.

Hun kinderen ontdekten
dat dit bijna juist was
maar de engelen vliegen
in verschillende richting
en zij hebben geen vleugels.

In feite vallen de planeten
voortdurend om de zon
terwijl de planten zich
gretig heffen naar het licht.

==

Sinterklaas

Weet je nog: toen hij binnenkwam
in de klas of de kamer en je zong
bang en gelukkig, je ogen wijd open.
Je zag elke beweging en iedere kleur.
Misschien was hij je vader of buurman
of de meester van een andere klas
of een vreemdeling zeker, die jou
zo vertrouwd was al kende je hem niet.
Sinterklaas bestond echt: zo'n lieve man
zo moe, zo oud, zo onbegrijpelijk.
Sinterklaas bestaat echt: in het oog
en de lach van jou als moeder of juf.
Je wilt wel een geschenk
maar wat je eigenlijk wil
is iets geven, zodat het hier
vlakbij, wat aardiger wordt.

==

Ontmoeting

De huisvrouw die over zes maanden
oma wordt en fietst in het vlakke land
in de regen met tegenwind de lange weg

denkt aan de mei-baby om niet
te hoeven denken aan de afstand
die ze nog moet trappen, ziet plotseling

ver voor haar een gestalte lopen
met een zak op zijn rug.
Hij lijkt zich niet bewust van regen
loopt dansend bijna onder de zak
in zijn fluwelen buis, hoofd gedekt
door een kleurige baret met veer.

Ze haalt hem langzaam in
en als ze passeert, ziet ze
hoe de regen noch het zwarte
gezicht laat huilen, noch
het fluweel heeft geplet.

Opgewekt groet hij haar
met vreemde woorden
zwaait de zak over de andere schouder
en vervolgt zijn weg over de lange ree
naar een boerderij waar lampen branden.

==

St. Sebastiaan

Ze hebben hem hoog neergezet
toen ze hun pijlen schoten
één door de holte van de knie
omdat hij die naar voren boog
één in zijn linkerzij, zoekend
naar zijn hart en het niet bereikend
één in zijn borstbeen, bleef steken
in het bot en één in zijn onderkaak
met zo veel kracht geschoten
dat de punt dwars door zijn hoofd
langs zijn linkeroog naar buiten kwam.

Hij staat nu, kroon op zijn hoofd
tegen een kruis, dat een Romeins
viaduct lijkt, monddood gemaakt
stil en ongebonden boven het mozaïek.

Daarachter een kleurige avondlucht.

==

Wachter

Er waren twee zussen gezworen
zij zouden samen om rozen gaan

in de boomgaard van een man
die ze beiden hadden verloren.

O zusje, zei de ene, o zusje
Hoe vinden wij onze rozen dan?

Als de boswachter ons ziet
waarschuwt hij onze man.

Zusje, zei de ander, in de nacht
zullen wij gaan, in het duister.

Onze man slaapt na zijn jacht
en zijn wachter ziet ons niet.

Toen zij in de boomgaard kwamen
roken de honden hun geur.

Zij blaften de wachter wakker.
Hij opende wild zijn deur.

O, wachter, zeiden de zussen
maak niet zo veel lawaai.

Breng ons liever naar de rozen
en laat ons daar stilletjes staan.

Hij bracht ze naar de rozen
en waarschuwde zijn heer.

Die heeft er één verkozen
de andere liet hij gaan.

==

Reigersluipgang

Elke dag kwam hij roven
ook toen wij een net over het water spanden
en hij nauwkeurig tussen de mazen prikte
naar zijn glanzende buit.

We zochten op internet
een oplossing en vonden
een advies dat rekening hield
met zijn spanwijdte: draden
op één meter twintig van elkaar
van het schuurtje naar de boom.

We zaten gespannen klaar
en zagen hem komen en kijken.
In reigersluipgang kroop hij
naderbij en greep de spartelende vis.

==

Grensbloemen

Lage bosschages met inhammen
aan de overkant van het water
staat mijn broer te roepen over
zijn kinderen, gezondheid, werk.

Ik hoor hem, zie hem zwaaien
vanggebaar maken naar de bloemen
die ik over het water gooi.
Nooit kan hij ze vangen.

Het water neemt ze weg naar zee.
De milde wind trekt aan de bloemen
van mijn jurk, laat mijn benen zien
vòor ze teruglopen naar mijn dorp.

==

Huis

Zo zou ik willen wonen
in de sneeuw het bandenspoor
naar het achterhuis.

Borgh staat op de zuil
van het hek en 'stede'
ligt buiten de foto.

Met vader, moeder en de ruimte
of nog mooier: vader alleen
in zijn studeervertrek

waar ik af en toe binnen
mag lopen om iets te zeggen.
Ik denk nog over wat.

==

Live tv met robot

Hij klimt vijfenzestig meter schuin omhoog
tot aan het luik en inspecteert de ruimte
voor de kalkstenen deur met koperen hengsels.

Dan maakt hij een gat in de deur
steekt een kijkspriet naar binnen
en zal zien wat daar achter ligt.

Een geheime vierde kamer met brieven
het hart van de bijna vijfduizend jaar
oude farao Cheops, de resten van een schoen?

Daar gaat de kijkspriet: lichten aan!
Achter de deur is het leeg en daar
is weer een deur en steeds maar weer.

Tot aan het einde achter de sterren.

==

Reizigers

Het wereldrecord vogeltrek
staat op naam van een jonge visdief.

Als kuiken eind juni 1996
geringd in Finland. De zon scheen.

Teruggevonden in januari, Australië.
Weer scheen de zon. Onderweg regen.

Elke dag vloog de kleine 200 kilometer
en stootte daarmee een jonge noordse stern
van de troon, geringd aan de Witte Zee
in juli 1955, gevangen in Zuid-Afrika.

==

Herfst

De bladeren vielen al vroeg
dat jaar in het oosten.
Ik verlang terug naar zee
waar de golven hoger worden.

Winter

Ik hoorde het gakken van ganzen
liep langs de sloten door weilanden
en keek omhoog naar waar zij vlogen
langs de rode winterse lucht.

Lente

Ik drink het water uit de jonge rivier
juist onder de steen waar het ijs ging smelten.
Daarboven nog sneeuw
in de steeds warmer wordende zon.

Zomer

Bij de stroomversnelling
ving ik libellen die daar dansen
zonder ze pijn te doen.
Ik kuste hun vleugels
en liet ze gaan.

==

Angst

Er is veel gebeurd, op alle fronten.
Het rustigste was het nog in de tuin
hoewel die ook heel hard groeit.

De tuin komt omhoog
in een angstig makend tempo
en de takken vertakken zich
razendsnel, zodat ik er niet meer door kan.

==

Hard werken

Ene hand in zijn zak
speelt de andere met een papiertje
lange stok met grijpertje.

Papiertje laat zich niet pakken.
Hij heeft alle tijd
in zijn oranje jas
om het verkeer te waarschuwen.

Papiertje heeft pret.

==

Een Amerikaan in Delft

Eerst maakte hij een foto
van de haring die zijn vriend afbeet
probeerde toen zelf: 'straight -
is n't it', zei hij met afgrijzen
en waardering en spuugde
een uitje uit op de markt in Delft

==

Kinderen in de winter

Alle vragen over taal staan te dringen in de sneeuw
als kinderen leren lezen, binnen in de warmte.
Trots roepen zij: 'Jong geleerd, oud gelezen!'
'Wat zeg je? Wil je in het bos boeken ontdekken?'

Luister naar de meesterverteller, zoek de schat
onder de sneeuw, op weg met de anderen.
Zet je handschrift in de sneeuw en schrijf
op de maat van de vallende vlokken.

Zo veel? Ja, zo veel. Zie hoe het sneeuwt
op de computer, tussen zon en maan
dwarrelen de woorden. Vang ze maar
en maak je eigen sneeuwman, -vrouw.

Alles valt op zijn plaats in het sneeuwen, lezen.

==

BLOEMLEZING

Als de juf thee drinkt
ben ik nog geen vijftien jaar.

Als ik een bloem zou zijn
leefde ik geen jaar.

Mijn zusje zingt de hele dag.
Ook na haar vijftiende jaar.

De maan staat aan de hemel.
Al meer dan vijftienduizend jaar.

Als ik lang aan mijn pen denk
word ik zo maar vijftien jaar.

De mannen nemen hun hoed af.
Proficiat! Nu al vijftien jaar?

Mijn poes al vijftien maanden
in de hemel. Ik wacht op haar.

Ik liep in een getekend huis
met sterren in mijn haar.

Mijn tango-jurk is morgen klaar.
Nog even, o, ik snak ernaar.

Het zal dan niet stil zijn.
Muziek; we dansen met elkaar.

Ik weet weinig van mijn vader
vind dat wel een beetje raar.

Ik zal nooit vergeten dat ik won.
Ik voelde me een keizer, een tsaar!

Liefste, ik ga je overmorgen schrijven.
Weet je, we stonden onder een hazelaar.

We keken naar de maan en sterren
en toen, toen zoende je me daar.

==

Oefendorp

Een dorp aan de horizon
onder wolken en blauwe lucht
de weg er naar toe door groen
met kleine heuvels waarachter
je je nog verbergen kunt.

De huizen staan blind en stil
langs de lege straten
op weg naar de Brink, gemeentehuis
notaris, dokter, school, de bakker
waar nooit brood gebakken wordt
de leerlingen nooit aangekomen
patiënten net als nota's elders
maar waar?

Benzinepomp leeg, telefoon geen ruis
sporen, hulzen, zand.
Gelukkig geen soldaten.

==

Zwembad Spanje

De vrouwen uit Oldehove
zijn als ganzen, ze komen
in de herfst, gaan in de lente.

Eind oktober zien we de eerste twee
en in november zijn ze compleet.
Ze lachen en zwemmen met ons mee
vliegen door het water van ons Spanje.

In de lente maken ze hun eigen bad
in de open lucht van het noorden
schoon, ze herstellen hun nest
en broeden op nieuw gezelschap.

==

Granaatappel

Een appel die je moet slaan
na het plukken van doornige
struik, gegroeid in de hitte
stenige ondergrond, voedings-
bodem. Het sap waar vandaan?

Komt het zoet pas na het bitter?

En daarna? Kun je voortaan
zonder kwade stekels
verder, genieten van wat
zacht is en zichzelf zonder
weerstand geeft?

==

Meisje met steen

Aangestapt, met een steen zo groot
als haar bovenlijf, haar handen klein
er om vastgeklemd, beweegt zij
naar de blokkade tegen het leger.

Ze wil meedoen om haar huis
te redden van de sloop, als Esther
of Judith is zij bereid te vechten
voor haar volk. Daar komt ze aan.

Geen David maar een reuzin
ogen wijd open naar het kwaad
de mond vol levenswellust
klaar om haar groeiende schoonheid
te offeren aan een verouderd ideaal.

==

Hoe ben je beroemd?

Gewoon. Je loopt over straat
en groet iedereen vriendelijk terug.
Bij de slager krijg je altijd
twee plakjes worst
en de bloemenkoopman
geeft je een extra mooie bos.
De directeur van het ziekenhuis
komt even aan je bed

maar ondertussen worden
de poten onder je bed thuis
weggezaagd.

Je nieuwe boek wordt meteen
uitgegeven, maar sommige lezers
hopen op een slechte kritiek.

==

Briefje

Haar hand door het gaas
tussen de vingers het briefje:
'Wij zijn hier, mijn man
is dood, mijn dochter ziek
en mijn zoon verdwenen
maar moeder ligt in de kruiwagen.
Ze heeft geen honger meer
maar praten wil ze niet.
Hebben jullie een dak
schoon drinkwater en kleertjes
voor de baby?'

De andere hand kan het briefje
opgevouwen tot twee
bij drie centimeter
voorzichtig aannemen.
De duim doet niet mee.
Op de nagel zit nog een rest lak
die langzaam zal slijten.

De hand zal het briefje
openvouwen, de ogen
zullen het schoolse schrift
proberen te lezen.

==

Roken

Altijd als ik stopte met roken
vond ik sigaretten op straat
halve pakjes rookwaar
in witte staafjes op rij gelegd
of ik gelokt moest worden
naar een ruimte waar het mocht
waar het niet regende, waar
lucifers niet verwoeien in de wind.

==

Geboorte

Mijn kind werd alleen geboren.
Ik bedoel: ik was alleen
toen hij kwam. Eén ding
had ik geleerd: leg hem op je buik.

Toen de dokter kwam aangerend
ging hij rustig lopen na de deur.
Hij vroeg toen hij in de kamer kwam:
'Heeft u een strijkplank?'

Ik klemde de baby op mijn lege buik.
Hij zette de strijkplank op
pakte zijn tas uit: bijzettafel.
Kom met warm water, de veters.

==

Meisje

Zo lang haar benen, het jurkje
hoog opgeschort, zo kuis
de dijen en de opgekropen stof
armen omhoog, mondje open
één oog dicht, zo languit liggend
niet dromend, niets wetend
dan dat er leven is
voorbij het schort
de knieën meisjesachtig beschaduwd
liggen op een duistere middag.

==

Vitrine

Vader en moeder in de glazen kast.
Licht erboven, in het zilver
het kristal, chinees porselein

zijn ze aanwezig in wat zij
spaarden, in oor- en borstsieraad
naast dat van de andere ouders

verenigd in de dood en hier.
Als je luistert hoor je niets.
Of toch: een zachte toon in het glas.

==

Vogels

Geachte mevrouw,

Wij zouden u, als lid
van de vogelbescherming
graag eens persoonlijk ontmoeten
op 29 januari
in Theater
De Lawei in Drachten.

Wij organiseren daar
voor de noordelijke regio
een boeiende avond
vol interactie, gezelligheid
en informatie, waarin natuurlijk
wij vogels centraal staan.

Wij starten om 19.30 uur
om 22.15 lokt het nest.

Wat kunt u verwachten?
Wij nemen u mee in onze fascinerende wereld
dichtbij en veraf aan de poot
van dia's, nooit eerder vertoonde
video's en levende soortgenoten.

Wij betrekken u via diverse
presentaties bij alle facetten
van ons leven in wei of bos.

In de pauze kunt u kennis maken
met ons vogelinformatiecentrum
en tal van vreemde vogels ontmoeten.
Ook kunt u van gedachten wisselen
met onze sprekende medewerkers
zoals daar zijn de beo en de papegaai.

Was getekend, de secretarisvogel.

==

Wat maak je?

Omdat de tuin vol stenen lag
gebakken stenen, gebrande klei
besloot ik een zuil te maken
van de gave exemplaren.
Het puin kon er dan in.

Toen de zuil boven mijn schouders
reikte, besloot ik tot een tweede
en later een derde in een andere hoek.

De eerste dekte ik af
met een kleine piramide van beton.
De tweede met een schaal voor de vogels
gemaakt in een kuil in de grond
versterkt met kippengaas.
De derde met het deksel van een put.

Daarop zette ik een ijzeren vogel
om te kijken naar de kleine
zich wassende wezentjes
in de andere hoek.

Als je vraagt: wat maak je?
Zeg ik: dit.

==

Zoek een steen

Ik vond een sierlijke steen
die ik wil onthouden
na mijn vreemde reis
in de diepten van de aarde.

Ik zocht een steen
en hoewel hij me vasthield
wilde ik hem niet bewegen
ons evenwicht niet verstoren.

Ik vond geen steen
maar wel een kleine worm
en samen gingen we op weg
naar beneden, beneden.

De steen die ik vond
heeft een gevaarlijk glans.
Ik liet hem rusten.
Hij ligt er nog.

De steen die ik ontdekte
was zeer indrukwekkend.
Ik besloot hem te laten
voor andere gelukkige vinders.

Ik vond een rode, heldere steen
die me deed denken
aan mijn moeder: ik nam hem mee
om haar te verrassen.

Ik vond een steen
die er uitzag als een schelp.
Ik liet hem daar
mooi beneden.

==

Brieven aan M.



Lieve M

1

Er zijn gedichten die niet mogen

omdat ze te naakt zeggen waar het op staat.


Zo zou ik je willen schrijven maar

ik durf niet, lieve M., zou ik willen


schrijven: ik denk aan je, hoe je daar

woont in dat kleine vervallen huis


met het kind dat je kind niet is

dat moeke zegt en aandacht vraagt


met de man die wel jouw man is

die geen aandacht vraagt maar stilte


die jou alleen laat met je warme lichaam

bij de houtkachel terwijl het kind speelt


en geen lawaai mag maken want de man

schrijft zulke ontroerende brieven


aan de jongen die zijn zoon niet is.



Lieve M.
2

Je bent koud geworden van alle kou.
Je verlangt naar de één terwijl
je het kind draagt van de ander.
Mooi praten kunnen mensen over onfatsoen
maar jij geeft liefde en je krijgt het kind
en verwijten over nutteloos gefantaseer.

Hier zit ik, ver van je bed en denk aan
warmte. Je kind redt zich wel, maar jij M.?




Lieve M.

3


Je kust je moeder niet meer in het ziekenhuis

evenmin je man als je weer thuis bent

thuis in de caravan naast de afbraak

van je huis waar de kolenkachel al weg is

was je je handen onder de dunne straal

verpieterd water om de besmetting

weg te wassen. Ik hoor je stem door de telefoon

die niet besmet, warmte op afstand.


Ik denk aan je kind dat niets weet

dat blank in je slaapt, zich vastbesloten voedt.

Laat het huis klaar zijn als het kind komt.


Lieve M

4


Je maakt je boos omdat je bang bent

dat je emoties een gevolg zijn

van scheikundige reacties in je lichaam.

War schreef Hans Vlek ook al weer

over Dr. Debakey ' die steeds als een traan

opwelt in zijn ooghoek, dit wijt aan een vuiltje

of ui'... wat een onzin. Je verdriet is er

je kind ook en het groeit. Je zegt het zelf

echt of niet, je kunt het evenmin

afmeten aan dat van de wereld

waarin je het kind zal voeden tot man

of vrouw, maar als het een vrouw is

voed het anders op dan je moeder.


=

Lieve M

5

Ik stel me voor dat je denkt:

laat er nu eens eindelijk geen poëzie

uitkomen, maar proza, een man

die rechtuit schrijft of zegt

wat hij vindt, zonder de vorm

van een gedicht, er is genoeg

over mij gedicht, lazer op met je strofen

uitzuigers, poëtische profiteurs

je kunt maar niet steeds op mij teren.

Mijn kind krijgt geen dichtbundel te lezen

de pest is het, alleen nog een krant

of hoogstens een brief van zijn vader.

=

Lieve M.


6

Ik weet niet wat je hier van vindt
maar ik heb geen proza om aan jou…
Ik ga soms zitten voor een brief
en ben bang voor trivialiteiten, laat maar
dit is nu mijn manier om je te laten
weten dat ik aan je denk
en aan die kleine naamloze.

Laat het een vrouw zijn
voed haar sterk op, daar gaat het toch om.

Deze gedichten zijn het niet.
Het is de liefde die zij moet doorgeven
en liever ook ontvangen.

=

Lieve M.


7

Je lijkt op Fénice van Chrétien de Troyes
als je zegt van jouw Cligès: wie het hart heeft
moet ook het lichaam hebben, jouw hart
behoort hem en je hebt het hart
dat niet alleen te beweren, je leeft er naar
of je wilt er naar leven en geven
maar hij wil niet, was je maar een heks
dan kon je hem eerst te drinken geven
de liefde tot stervens toe laten drinken
en dan als Isolde zeggen: als het zo is
ga en haal mijn bruidshemd, ik wacht.

=

Lieve M.

8

Somber en zelfbewust loop je over de Markt.
Je hebt een boek voor hem gekocht
en je voelt je in de steek gelaten
omdat hij ging toen een ander hem riep.
Je bewijst hem steeds maar eer
terwijl hij je achterlaat met wat M.?
Wat doe je alleen in de caravan
bij de oliekachel die brandt
in deze warme lente, wat doe je
als je niet leest? Zit je stil
naar de jonge stieren te kijken
naar de buren, de opgaande zon?

=


Lieve M.

9

Je bouwt zorgvuldig aan een grote woede

terwijl hij het huis laat bouwen.

Je antwoordt alleen nog maar op vragen

over hoe een deur, een venster…

Je gaat naar de dokter en vertelt

kort hoe onzeker hij was over je pijn.


Je zit bij de tandarts te wachten

tot je geholpen wordt aan zichtbaar bederf.


Je wijst hem af als hij je wil strelen

omdat je zijn tederheid niet kan vergeten.


Je kwetst hem omdat je zelf zo lang

verwaarloosd bent, verraden, vergeten.


Lieve M.

10


Hij ging weg om half twaalf, je hoorde

de auto op de kasseien en jij zat

te staren met je handen in je schoot.

Later trok je het bed uit de wand.

Je ging slapen en hoorde nog lang

auto's naderen die verder reden.


Toen ij terug kwam, had hij nog

twee uur om te slapen op de bank.

's Ochtends hield je het kind stil

en bracht hem koffie, terwijl het bed

allang weer in de wand verdwenen was.


==


Lieve M.

11


Je kocht het boek zonder dat je het wist

bij de minnares van je man: gedichten

en zij pakte het met een glimlach, met liefde

in, wetend hoe mooi hij het zou vinden.


Keek ze je na toen je de deur uitging?

Heeft ze zich toen teruggetrokken

uit schaamte, uit verdriet, omdat ze wist

dat zij ook eens zó uit een winkel zou lopen

haar geschenk onder haar armen, haar borsten

zwaar van verlangen, niet zo zwaar als de jouwe.


==


Lieve M.

12


Vandaag zag ik de letter N op een schilderij

van Gianni Dessi uit Rome. Hij schilderde

een lam zoals jij het ooit in je armen droeg

achter het huis dat nu weg is.


Zijn lam was opgebouwd uit figuratieve

resten, vlekken, boven de letter N

die zijn poten vormden, links en rechts

een vlammend angstig duister waartussen

het lam AGNUS aarzelend en teder naar

voren kwam, met hangende oren, bedreigd

door AG en US langs het roomwitte pad

maar het ontkwam naar voren.


=

Lieve M.

13


Iemand werd wakker met de woorden:

'Hij dacht voortdurend aan te vroeg

en dood geboren', Dat mag niet gebeuren

M, jouw kind moet leven zoals kinderen

uit de Sahel dik en rond geboren worden

terwijl hun moeder uitgeput en nauwelijks

zogen kan. Wreed en schoon is het leven

dat zich klaar maakt om in ons huis

te wonen, onze kinderen

ze maken dezelfde fouten of andere

ze gaan gebukt onder ons verleden

maar we zullen rechtop staan

en de liefde begroeten als een wonder.


--

Lieve M.

14


Door de beregende ramen van de caravan

zag ik je buiten lopen: drie beelden

donkere toverlantaarnplaatjes van zuster

Ursula in een getekende werkelijkheid.


Welke vlinders zocht je in het duister

te ontlopen? In drie beelden stilgezet

fasen in een proces naar een voorspelbaar einde.


Alleen die ene vlinder neem je altijd mee.

Je hebt hem gevangen tot de metamorfose

waar hij zelf het leven leven moet

waar hij van je weg vlindert

jouw achterlatend met je bittere honing.


==

Lieve M.

15


Je zegt dat je het mooiste kind

van de wereld hebt gekregen

en je lacht er niet eens verontschuldigend bij.

Je vindt hem schandalif mooi: moeder-

liefde is nergens mee te vergelijken.


Je legt je zoon in de wieg naast de kolenkachel

die weer terug is in het nieuwe huis.


Je vertelt hoe onbegrijpelijk je het vond

toen een zuster jouw kind wegdroeg

twee meter van je bed, je gaat bij he zoon zitten.

Ik mag hem even in mijn armen nemen.


Hij nam geen deel aan onze emotie

keek zonder verleden naar ons op.


==


Lieve M.

16


Je bent te dichtbij gekomen.

Ik heb lang met mijn brief gewacht

langer dan je lief was: hoe laat ik je los?


Nog steeds denk ik aan je, hoe je beweegt

nu in het nieuwe huis met je zoon

zie ik je lopen. Je laat hem niet meer los.


Heeft hij me van jou bevrijd?

Heeft hij jou van de vader bevrijd?

Hij maakt zich straks al van je los.


Je blijft alleen met sentimentele onzin:

'Een kind is altijd een bewijs van vreugde

en trouw', staat op één van de kaarten te lezen.


Petrarca

Herinner je de laatste keer, toen we lachend

en met tranen afscheid namen, omdat het moest?


'Ik kon noch wilde zeggen wat ik nu wel stellen moet:

hoop niet mij ooit nog weer te zien.'


En toen zag je me toch, na zoveel jaren.

Natuurlijk, ik was ouder, maar ik lachte


nog als toen en ik keek je vrolijk aan.

Ik wist niet wat je ging zeggen.


Je zou vragen hoe het ging, of ik alleen was

maar je zei dat je nog elke dag, nee elk dagdeel.


Ik wist niet wat ik daarop zeggen moest

en mompelde iets als 'ja, dat kan, je zegt het'


en toen was je al weer weg, naar een afspraak

je liet me staan in een lichtende cirkel.



Dialectisch





Hij denkt aan een geest in de machine
als een demon tussen raderen of chips.

De ander zegt dat de geest ontbreekt:
de machine leeft door de constructie

en ziet niet dat de constructie de geest
is, anders verviel de machine tot dood puin.

=

Schoonheid


Watson noemde als argument
van de juistheid van de door hem
ontdekte dubbele wenteltrapstructuur
van DNA de schoonheid ervan.

Wenteltrappen naar de toekomst
waarlangs engelen afdalen
naar mensen om hen uit de modder
te trekken: een structuur van twee
jakobstrappen.


Herinnering


Soms komen heel gewone woorden
snel naar boven schieten als zeldzaam
schitterende vissen uit de diepte
een woord als 'nog' bijvoorbeeld
maar dan uitgesproken en herhaald
door de pelsvrouw tegen Abdon
vlak voor nog een orgasme:
'Neem mijn lippen eens vast
en trekt er aan
nog, nog.'

Dick Hillenius in de Groningse sjoel



Hij staat even een gibbon

na te doen, maar gereduceerd

een slordig trommelen op de borst

het kelig geluid met meer intensiteit.


Tussen zijn leringen door bladert hij in bundels

trekt strookjes papier los

uit de bladzijden

en legt de gedichten

na veel aanzetten tot lezen

weer op de tafel weg.


Vriendelijk komt hij met verhalen

hoe de poëzie, een muze van dertien

de veronderstelde komeet

van wat later Venus werd.


Om hem heen de ruimte

de galm van de synagoge

hij staat voor het hek

waarachter we niet mogen komen

de hemels verlichte voorleesstoel

is voor hem ook verboden gebied.